Het is woensdagmorgen; vol goede moed ging ik op weg naar mijn nieuwe vrijwilligerswerk in Doorn. Toen ik aankwam liep ik naar boven, naar de afdeling waar ik werk. “Hoi Anne, wat fijn dat je er bent; “ Zei een collega van de verzorging. “ Is Tanja er niet vandaag?” Vroeg ik verbaasd. “ Nee zij is er niet.” “Oke ik zal alvast koffie en thee klaarzetten voor de bewoners.” Zei ik. En met knikkende knieĆ«n ging ik aan de slag. Oh jee, dacht ik wat nu. Tanja is altijd degene die me begeleid en me verteld wat ik moet doen. Nu moet ik het ineens zelf bedenken. En ja, dat kan ik natuurlijk wel ik heb niet voor niks een diploma maar op een nieuwe werkplek is het voor mij toch weer ontzettend wennen.
Zo goed en kwaad als het ging worstelde ik me door de ochtend heen. Afijn eerst koffie en thee drinken met de mensen, dat is niet zo moeilijk, maar dan heb je nog een onderwerp van gesprek nodig. Waar ga je het over hebben? Dat blijf ik lastig vinden. Gelukkig liep de verzorging op de achtergrond mee, maar die waren erg druk. Na de koffie druppelden een aantal bewoners weer naar hun eigen appartement.
Nu moest ik een activiteit bedenken voor de mensen. Ik besloot een verhaal voor te lezen van Simon Carmiggelt. Hij schrijft leuke anekdotes in ouderwetse taal dat de mensen erg aanspreekt. Gelukkig kan ik leuk voorlezen dus de mensen luisterden aandachtig.
Ik was blij toen het lunchtijd was en ik de tafel kon dekken. Gelukkig wist ik hoeveel mensen er kwamen lunchen dus dat gaf niet zoveel problemen. Toen de soep werd opgediend kwam ik erachter dat ik de lepels vergeten was.
Al met al voelde ik me onzeker en miste ik de duidelijkheid die mijn collega mij gaf. Ik had het gevoel dat ik te kort schiet en de dag niet zo goed kon structureren. Ik heb mijn diploma gehaald maar voor mijn gevoel moet ik alles weer opnieuw leren. Zelfs de kleine dingetjes zoals smorgens koffie en thee zetten voor de mensen zijn voor mij niet zo vanzelfsprekend. Ik weet het allemaal wel maar ik heb erg veel tijd nodig. Dit frustreert mij behoorlijk. Het is moeilijk om zo met jezelf geconfronteerd te worden. Ik wil het allemaal zo graag goed doen.
Ik snap nu veel beter waarom het vroeger altijd mis ging op mijn werk. In de administratie zijn mensen veel harder en verwachten dat je het gewoon kunt. In de zorg is er wat dat betreft gelukkig meer begrip als je iets niet meteen weet. Ik ging pauze houden en besloot na een kort overleg met mijn collega’s dat ik naar huis ging. Het was voor mij een behoorlijk enerverende ochtend geweest en ik merkte dat ik wat van slag was hierdoor. Ik had tijd nodig om weer tot mezelf te komen en de situatie te laten bezinken.
In dit opzicht ben ik blij dat ik vrijwilligerswerk doe en ik wordt begeleid door het re-integratiebedrijf op de achtergrond. Binnenkort gaan we om de tafel zitten met elkaar om een plan van aanpak te bespreken. Op die manier is het voor mij duidelijker wat er van mij verwacht wordt. Ik wil zo graag wat zekerder worden in mijn werk, voor mijn gevoel ben ik nu alleen maar lief. Dat is natuurlijk ook belangrijk voor de mensen maar ik wil ook leiding kunnen geven als dit nodig is. Kortom ik heb nog een lange weg te gaan en ik ben er nog lang niet. Toch loop ik niet weg voor mezelf. Ik kom er uiteindelijk wel, met vallen en opstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten