Ik
was 20 jaar toen ik begon met stage lopen voor mijn opleiding
secretarieel medewerker. ik werkte 28 uur als receptioniste bij een
zorgkantoor in Utrecht en ik ging 1 dag in de week naar school. Omdat ik
zelf niet goed wist hoe ik moest uitleggen wat het vcfs precies was of
hoe het zich bij mij uitte besloot ik net te doen alsof er niks met mij
aan de hand was. Dit lukte vrij aardig.
Ik
weet nog goed dat ik het altijd heel irritant vond als mijn ouders aan
andere mensen gingen vertellen wat ik had. Ik dacht dan: als ik het
alleen had geweten dan had ik het voor mezelf gehouden en het nooit aan
iemand verteld! Ik schaamde me er voor. Ik wilde niet anders zijn. En ik
wilde ook niet dat andere mensen dat wisten.
Op
het kantoor werkte ik samen met een directiesecretaresse. Zij moest mij
alles leren. De samenwerking met haar liep erg moeizaam. Ze was
behoorlijk kritisch. ik weet nog goed dat ik regelmatig mijn ouders
belde als ik het niet meer goed wist. Zij sleepten me er dan doorheen
door me zo goed mogelijk met de situatie om te laten gaan.
Omdat
ik in die tijd stagiaire was, had ik vrijbrief om op mijn tempo alles
te leren. Ik maakte me toen al zorgen hoe het moest als ik straks geen
stagiaire meer was en er van mij verwacht werd dat ik alles meteen zou
kunnen.
Ik
had het toen fijn gevonden als er een stichting was zoals Hoezo Anders
die me had kunnen vertellen hoe ik dat het beste aan kon pakken.
Er
kwam een moment dat de directiesecretaresse overspannen raakte, (niet
mijn schuld trouwens) ik werd toen begeleidt door de directeur. Dat ging
een stuk beter. Ze toonde begrip en geduld en hielp mij zelfs hoe ik
mijn rapportage goed moest schrijven. Ik kreeg hele hoge cijfers voor
secretariaatspraktijk dankzij haar begeleiding. Op een gegeven moment
zette zij echter vraagtekens bij waarom het zo lang duurde voordat ik
bepaalde werkzaamheden goed oppakte of zo onzeker was terwijl ik daar
toch al enige tijd in dienst was. Zij zag dat ik meer tijd nodig had dan
een ander.
Ik
besprak de situatie met mijn ouders en mijn vader besloot te gaan
praten met haar en open kaart te spelen. Ik weet het nog zo goed. Het
was een vrijdagmiddag en we zaten met zijn drieeën in haar kantoor toen
het hoge woord er uit kwam.
De
directeur zij dat ze niet snapte waarom sommige dingen met mij zo
moeizaam gingen en mijn vader dacht bij zichzelf ze moet weten wat er
met Anne aan de hand is. Ik dacht op dat moment nog echter: tralala niks
aan de hand kop in het zand...ik wilde het niet weten.
Mijn
vader vertelde ‘Anne heeft een syndroom, het vcfs waardoor ze wat
langzamer is met nieuwe dingen aan leren.’ Ik voelde de grond onder mijn
voeten wegzakken. Ik keek hem geschrokken aan...waarom zei hij dat
nou?! De directeur reageerde echter heel lief en begripvol.
Ze zij dat ze me nu beter kon begrijpen en plaatsen.
Na afloop voelde ik me enorm opgelucht. Er waren dus tóch mensen dit het wel konden begrijpen!
Of
je het wel of niet verteld hangt mijn inziens af van de situatie. denk
je dat ze er begrip voor tonen? Of sta je onder begeleiding van een
jobcoach? Dan kan het wel. Begin je ergens nieuw dan zou ik eerst kijken
wat voor bedrijf het is, wat de sfeer is en of je denkt dat ze er
begrip voor zullen hebben of niet.
De
ene keer pakt het wel goed uit en de andere keer niet. De weg is langer
en moeilijker als je ‘anders’ bent maar daarom niet minder waard!
Mooi dat je dit deelt. Een heel genuanceerd verhaal. Er is geen succesformule; de vraag of je het wel of niet vertelt...
BeantwoordenVerwijderenHallo Anne,
BeantwoordenVerwijderenMooi dat je je kwetsbaarheid laat zien, ik bewonder dat erg. Dit is tegelijkertijd ook je kracht. Je laat het hier in je blog zien en je balanceert steeds opnieuw in elke situatie: zeg ik het wel of niet en wat vertel ik wel en niet.
Ik begrijp dit balanceren: mijn man is gehandicapt en in de periode dat hij destijds in de revalidatiekliniek was opgenomen, had ik een sollicitatiegesprek. Dat was ook lastig: zeg ik wel of niet dat ik erg rekening wil/moet houden met de thuissituatie. Uiteindelijk heb ik het gezegd, in het 2e gesprek. Dat pakte gelukkig goed uit. Ik schreef er ook een blog over: "Hoe vertel ik het op mijn werk."
Dank je voor je verhaal: je helpt er anderen mee om over een moeilijke drempel te gaan.
dank jullie wel voor de reacties! Fijn dat ik anderen met mijn verhaal kan helpen. Daarom schrijf ik het ook op!
BeantwoordenVerwijderen